zaterdag 16 juli 2011

De langste dag


Het is 21 juni 2011, de langste dag van het jaar. We zijn alweer bijna op de helft van onze vakantie in Buoux. De zevende keer aan de rand van een kleine vallei in een huisje, dat ooit koeienstal is geweest.
Veel geschreven heb ik niet, om te kunnen beschrijven heb je een observerende blik nodig en deze vakantie wilde ik liever ondergaan, opgaan in de omgeving, absorberen. Dat lijkt beter te lukken dan ooit, ik voelde me minder toerist en meer onderdeel van dit bijzondere stukje Frankrijk.
Je zou het verblijf hier kunnen beschrijven als een safari door een microjungle met daaroverheen de adembenemende landschappen (echt letterlijk zo mooi dat je vergeet adem te halen), de warmte, de geluiden en geuren, de kleurige markten, de aardige mensen, het lekkere eten.
Het is nu warm, het schermpje van mijn minicomputer weerspiegelt mijn dikke, blote buik. Het lijkt dit jaar wel weer fijner om hier te zijn dan ooit. Mogelijk door de ontspanning die de meditatieoefeningen opleveren, mogelijk ook doordat we steeds beter de omgeving kennen en ons aanpassen aan het ritme van de dagen hier.
Ieder dag lijkt een kostbaar kleinood, dat voorzichtig wordt uitgepakt tijdens het ontbijt op het nog ochtendkoele terras.
De inhoud wordt zorgvuldig maar ten volle geconsumeerd, met een bezoek aan een kleurrijke markt, rustige lees- en luiersessies of wandelingen door adembenemende landschappen vol lavendelgeur en (nu al) zagende cicaden, die de warmte omzetten in geluid.
Een lunch van brood met beleg, maar geenszins vergelijkbaar met een Hollandse boterhammaaltijd. Het is namelijk Frans brood met geitenkaasjes (demi-sec, gekruid met sariette of de in kastanjebladeren verpakte Banon), die we halen bij een geitenboerderij aan de overkant van de vallei. Of met een overheerlijke terrine, waarin foie gras zit maar daar probeer ik niet aan te denken. Of met een Bruschettapasta uit een potje van de markt in Apt.
Na de lunch rusten, mediteren en dan lezen of alleen maar kijken tot de zon het hele terras heeft veroverd en dan gaan we zwemmen.
De dag eindigt met een meestal zelf bereide maaltijd met ingrediƫnten die hier zo puur en goed zijn, dat het vanzelf lekker wordt, het timen van de ondergaande zon (in het begin enige minuten voor negen uur, op de langste dag 3 minuten erover) en met een tissane toekijken hoe de lucht langzaam verkleurt van licht naar donker met de Grote Beer twinkelend boven ons hoofd.
We luisteren naar de boomkikkers, die ieder met een eigen toon een avondconcert verzorgen. Ze doen me denken aan een scene uit de Muppetshow met pluche beestjes die hun neus als toeter gebruiken. Door de toeterende kikkers heen klinkt het hoge fluitende tju van de dwergooruiltjes en de zachte ratel van de nachtzwaluwen.
Dan pakken we moe van warmte en zon de dag voorzichtig in en gaan we slapen.