maandag 18 april 2011

Maanlicht op de perenbloesem

Mijn geest is te actief, de maan bijna vol, wat ook de reden is: ik kan niet slapen. Alles geprobeerd: tellen, bidden, ontspanningsoefeningen, niets helpt.
Dan maar er uit. In de badkamer kijk ik door het raam de tuin in. De perenbloesem staat parmantig opgericht als hagelwitte processiebruidjes, het maanlicht glanst er van af. De irritatie van het niet-kunnen-slapen-en-ik-was-nog-wel-zo-moe glijdt van me weg.
Beneden staan in de schemerige kamer de meubels roerloos in grijze tinten. De hond klopt twee keer met de staart tegen de stoelleuning en slaapt verder.
In de keuken bij een klein lichtje maak ik melk warm, doe er een anijsklontje in.
Op mijn omastoel met een dekentje en de anijsmelk druk ik op de knop van de cd-speler. De aria Blute nur uit de Matthaeus Passie. Mijn hart lijkt mee te trillen met de dierbare en bekende klanken.

Het doet me denken aan een prachtig verhaal. Een vader is zo verdrietig over de dood van zijn zoontje dat hij lange tijd roerloos treurt. Dan staat hij op, graaft het skelet van zijn zoontje op, bevestigt een snaar aan de ribben en speelt er op om zo de ziel van zijn zoon terug te halen. Dat zou het begin zijn van de luit, in het Arabisch Al-oud, en latere snaar instrumenten als de gitaar.
Wij houden veel van de muziek aan de randen van Arabisch-Andalusisch-Afrikaanse tradities, zoals die bij elkaar komen bij een groep die zich noemt naar een radiostation aan het uiterste zuidpuntje van Spanje: Radio Tarifa.

De anijsmelk is op, de aria afgelopen, de mijmeringen hebben mijn geest tot rust gebracht.
Ik sluip weer naar boven en glij met koude voeten in een bed, dat gastvrij nog een beetje warm is gebleven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten