woensdag 27 april 2011

Turtle


Met twee, drie stappen stond ik bij de boekenkast en ik kon haar nog net opvangen. Onze oude schildpadpoes Turtle, 16 jaar, lag daar bovenop te slapen. Min of meer onbewust had ik iets vreemds geregistreerd in haar bewegingen, toen ze wakker werd en voelde ik dat ze er af zou gaan vallen. Ik zette haar voorzichtig op de grond. Daar draaide ze een paar rondjes, tegen de klok in, en ze wankelde groggy verder.

Pas de volgende morgen, toen ze nog steeds heel afwezig was en rondjes draaide, realiseerden we ons dat ze waarschijnlijk een herseninfarct gehad had. Een volle dag ben ik vlak bij haar gebleven. Ze stond vaak stil te zwaaien, niet wetend wat ze wilde gaan doen, ze sprong niet meer op een stoel of tafel, ze was zich niet bewust van wat zich rechts van haar bevond en gleed zo de beek in. Ik merkte dat er nog wel een paar vaste herkenningspuntjes waren, de plekken waar ze altijd kon drinken, haar etensbak, een favoriet slaapplekje in de zon. Ik leidde haar van de een naar de ander, maakte binnen een slaapmandje klaar op de grond.
’s Avonds blokkeerden we het kattenluik, zetten er een kattenbak voor, zodat ze ’s nachts niet kon verdwalen of in de problemen komen. De volgende morgen lagen de brokstukken van het kattenluik tot ver in de keuken en madammeke was buiten! Ze had het luik gewoon gesloopt!
Stukje bij beetje bewoog ze zich beter, sprong weer op de stoel, al bleef ze haar momenten van vervreemding houden.

In die dagen heb ik gedacht dat mensen na een herseninfarct ook zo één op één begeleid zouden moeten worden, gewoon thuis met de eigen vaste patronen en plekken als houvast om weer te herstellen.

Inmiddels is Turtle weer ver de oude, ze klimt in de appelboom en gaat daar op een tak liggen om met een pootje naar je te slaan. Ze verstopt zich ’s avonds weer achter de heg van de buren om de honden de stuipen op het lijf te jagen.
Ze heeft humor die kat.

Ze kwam bij ons 15 jaar geleden op een bijzondere manier.
Op een maandagochtend loopt een collega van J. fluitend naar zijn werkbus, die hij vrijdags had neergezet zonder op te ruimen, want het was laat geworden. Hij draait de sleutel in het slot en als hij de deur opendoet schiet zijn hart in zijn keel: een katje komt krijsend en met de vier pootjes helemaal gestrekt de bus uit gevlogen.
Zo komt Turtle bij ons op de boerderij, waar ze zich ontwikkelt als een echte jachtkat. Drie dagen bivakkeert ze naast een fazant tot hij helemaal op is. In de lente roeit ze konijnennestjes uit. Als ik haar gespeel met het krijsende konijntje niet meer aan kan horen, stuur ik Sjakie de hond er op af om het beestje snel dood te maken. Ze sleept ook onderdelen van konijnen het huis in. Ik loop mopperend speelgoed op te ruimen en denk een knikker op te rapen, voel ik dat het een geleiachtig bolletje is: het oog van een konijn!

Ze krijgt een nestje, zes jongen, we hebben maar een bestemming gevonden voor drie, dus drie babypoesjes gaan in een afgesloten doosje met watten met ether waar ze zacht weer inslapen. Ik vond het moeilijk om te doen en had er later spijt van, want Sjakie dacht dat het piepende muisjes waren en heeft twee poesjes doodgebeten.

Turtle is onzekerder en aanhaliger geworden na haar infarct en als ze weer erger afwezig is dan normaal, vermoeden we dat ze weer een wat kleiner infarct heeft gehad. Maar ze geniet van de warme lente, en zoals op een recente foto te zien is: ze klimt weer de bomen in.
Als ze zo dicht bij me komt zitten op de tafel dat haar snorharen mijn wang kietelen en ik haar motortje zachtjes hoor spinnen, voelt het als een privilege dat zij eventjes zo in mijn aura (en ik geef toe in het zonnetje…) wil zijn.

Haar plekje hoog op de boekenkast hebben we voor de zekerheid maar gebarricadeerd.
Zoals te verwachten is….met boeken. Natuurgidsen om precies te zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten