zondag 6 maart 2011

Fata morgana

Soms roep ik het beeld op, als een fata morgana.
Als ik over een te smalle kapotte stoep loop ergens op een marktdag in een provinciestadje. Ik moet een voet op de weg zetten waar prompt de wielen van een rammelend vrachtwagentje stinkend naar hete uitlaatwalm er bijna tegenaan rijden. Of als ik over een witstenen pad sjok, geen schaduw, geen bries, alleen tsjirpende krekels en druppels zweet die niet meer worden opgevangen door de doordrenkte wenkbrauwen.
Dan zie ik het voor me: de lichtblauwe rechthoek, het zwembad.
Aan het eind van de middag, als de zon bezit heeft genomen van ons terras en ons heeft weggedrukt in een laatste randje schaduw, gaan we zwemmen.
Het zwembad ligt iets hoger op de helling. Sandalen, zwempak, handdoek om de schouder. Hopen dat er niemand van de andere gasten zal zijn. Het is toch een beetje gĂȘnant als het delen van een badkamer met vreemden.
Daar ligt het. Kabbelend water, daarboven een diepblauwe lucht als een schilderij met een lijst van rotsige bergen. Even door de verrukkelijke kou-bijt heen. Kou, een sensatie die je nooit meer dacht te zullen voelen. En dan: de zijdezachte streling van het water langs je huid.
Geen problemen meer met evenwicht, gewrichten, vol vertrouwen laat je je vallen het water draagt je.
Drijven, zwemmen, gekke loopjes bedenken, je tien keer van het trapje laten vallen om weer te voelen hoe het water je opvangt.
Wat een heerlijkheid….alsof er een eeuwigheid voorbij is gegaan.
Het is een kwartier en je weet eigenlijk niet goed wat je nu verder moet doen.
Nog vijf minuten zwem je wat, draait rondjes en dan er uit en afdrogen.
Eigenlijk is een zwembad een beetje saai…..

Geen opmerkingen:

Een reactie posten